Sprinten tijdens een marathon nekt je

Half juli. Tijd om wat vaker diep in te ademen en goed uit te blazen. Ik ervaar in mijn ademhaling een mix van trots en vermoeidheid. Trots, omdat ik veel voorbeelden heb van succesvolle trajecten en trainingen. Vermoeidheid, omdat de voorbij gaande weken, zo niet maanden, zich hebben gekenmerkt als intensief. Soms echt tot het gaatje gaan. Soms net voorbij mijn eigen grens. Ik realiseerde me enkele weken geleden dat ik al heel wat kilometers in de benen had maar dat de finishlijn van de zomervakantie nog even op zich liet wachten. Ik vroeg me af hoe dat eigenlijk werkt: trainen voor een marathon. Als kampioen bankhangen heb ik daar geen idee van. En toch kwam de analogie met duurloop en het leven regelmatig terug in mijn hoofd. Iets met uithoudingsvermogen versus snelheid. Waarom voelt mijn leven toch regelmatig als een aaneenschakeling van sprints in plaats van een marathon? En wat hiervan herken ik in een bredere context?

Lange lijnen

Het lopen op de lange lijnen komt keer op keer onder druk te staan. Binnen alle organisaties waarin ik teams begeleid is het eerste struikelblok het bekende ‘punt op de horizon.’ Waarom zijn jullie verenigd? Wat is het bestaansrecht en hoe gaan jullie die volbrengen? Welke strategische doelen staan er de komende jaren centraal en hoe rolt jullie dagelijkse inzet daar naartoe op? Het gebrek aan helderheid zorgt dat mensen gaan wiebelen en gaan sprinten om niet concrete of ronduit onhaalbare doelen na te streven. Gevolg: dubbelwerk, overwerk of stagnatie en veel frustratie. Irritatie vanwege het ‘niet weten’. Gemopper omdat ‘de leiding’ geen visie heeft. En dus gaan teams door in het veelal uitvoeren van taken die met een beetje geluk een optelsom vormen van enigszins gewenst resultaat, gepaard gaande met onderling gedoe, terwijl iedereen de beste intenties heeft en gewoon goed werk wil leveren. Op lange termijn kan dit leiden tot opbranden, affikken en afstompen. Zowel collectief als individueel. Zie hier de gevulde wachtkamer van menig zorgverlener.

Niet alleen zakelijk maar ook maatschappelijk lukt het ons niet om te sturen op lange lijnen. It’s now or never. Ieder voorstel gericht op een termijn langer dan 4 jaar, krijgt de handen niet op elkaar. We sprinten met z’n allen naar een finishlijn waarvan niemand eigenlijk echt weet waarom en hoe die eindstreep er dan uitziet. Ik begon me af te vragen in hoeverre deze inzichten van klein naar groot ook op mij persoonlijk van toepassing zijn. Een spannende en nodige vraag.

Vind je pas

Mensen met veel marathons in de benen, herkennen uit het verleden hun eerste valkuil. De neiging om in het eerste deel van de race tijd te willen winnen door te snel uit de startblokken te vertrekken. De eerste kilometers kun je beter als verlengde warming-up beschouwen, leerde ik toen ik mij in de sporters ging verdiepen. Als marathonloper heb je voldoende kilometers voor je om die tijd, indien nodig, goed te maken. En eigenlijk geldt dit voor ons allemaal. Neem onze loopbaan: We werken gemiddeld genomen zo’n 45 jaar van ons leven. Omgerekend ruim 2100 weken en meer dan 10.000 dagen. Als we bewust of onbewust blijven sprinten, dan halen we die finishlijn nooit op een gezonde manier. Enkel met blessures along the way, gedesillusioneerd of kruipend op handen en voeten. Te veel en te lang sprinten in je marathon nekt je. De crux zit hem in het aanpassen naar je context en een combinatie van doelgerichtheid, doorzettingsvermogen en de juiste snelheid. Of anders gezegd: Heb geduld. Vind je pas. Eindig sterk. Net als de marathonloper.

Wat ik hier voor mijzelf uithaal? Dat ik het afgelopen jaar voldoende momenten van rust en vertraging heb ingebouwd om op adem te komen maar dat de eindsprint te lang is geweest. Dat ik zelf onvoldoende loop op mijn lange lijnen, omdat ik niet 100% scherp heb wat die lange lijnen precies zijn. Dat ik aan de start van mijn 40ste levensjaar nog alle tijd heb om mijn volgende en juiste pas te vinden, richting de uiteindelijke finishlijn. Het vraagt mijn geduld voor het vinden van die pas om zo mijn eigen marathon te lopen. En dat is precies waar ik mij het komende jaar op ga richten: het vinden van die pas. To be continued….!